Rotterdam, je bent in mijn gedachten, Rotterdam,
ik kon dat wel verwachten. Het is hier goed, maar
door mijn bloed stroomt toch de Nieuwe Maas.
Soms opeens dan zijn er van die dingen, draaiend
om zoete herinneringen. Zo'n moment is zo bekend,
'k leef even in een waas.
En ik wandel over Oud en Nieuwe Binnenweg,
je lacht om mij nadat ik iets geks heb gezegd
ik heb mijn arm geslagen om mijn beste vriend;
en ik bedenk hoe makkelijk geluk toch is verdiend.
Rotterdam, zou ik het nog herkennen — langs
jou heen
opnieuw de weg verkennen? Is 't een keus, een wassen neus,
de toekomst van een dwaas?
Diep in mij weet ik dat ik niet twijfel, al te vaak
schiet
dit gevoel in mij vol. In mijn hoofd raak ik verdoofd,
en 'k loop weer langs de Maas.
Ik bevind me op de Blaak en ook het Vasteland,
de zon die schijnt, jij knijpt me stevig in mijn hand.
De zorgen zijn voor morgen, de pijn die is voorbij,
bij jou ben ik geborgen, voel me veilig, ik ben vrij.
Langs de Maas, langs de Nieuwe steeds weer
nieuwe Maas,
loop ik uren in een roze waas. Langs de Maas daar kom ik tot rust,
elk geraas dat niet in mij blust neemt de
Maas steeds weer met zich mee
naar zee.
Rotterdam, jij bent in mijn gedachten,
Rotterdam, ik kon dat wel verwachten.
Het is hier goed, maar door mijn bloed stroomt
toch
de Nieuwe Maas.
Terug
|